zondag 2 maart 2014

De Gestapo-kassière



De Gestapo-kassière







Daar sta ik dan; met een hele boodschappenkar vol bij de kassa. Voor je staat altijd iemand waarbij het net iets te lang duurt. Ik heb mijn zoon bij me, om de tassen te helpen dragen. In mijn eentje boodschappen doen, is zo’n crime, extra handen zijn meegenomen. Hij wilde best gezellig met zijn moeder mee, wie weet wat voor lekkers hij in de kar krijgt. 

Eerst de groenteafdeling, waar ik me al jaren aan erger. Kunnen de flessen frisdrank niet vooraan staan? Je zit altijd zo te hannesen met je fruit en groenten en daarna komen je zware spullen. Bedenk je halverwege wat je wilt eten, moet je weer terug naar het begin, omdat er sperzieboontjes bij moeten. Het lijkt verdorie wel Monopoly, u moet terug naar af en verdient geen bonus!
Mijn hulp heeft eierkoeken, hagelslag mix wit/bruin, Matzes en chips in de kar weten te krijgen. Ik zoek alvast mijn bonuskaart op en zet het beurtbalkje (ja, zo heet dat ding) achter het laatste artikel van de trage mevrouw voor me.
Daar gaan we dan: met mijn rechter- en linkerhand zet ik vrij snel zoveel mogelijk producten op de lopende band. Ik moet even wachten tot er weer ruimte is vooraan. Doordat mevrouw voor me niet zo snel inpakt, stroopt het zich op: de chips van mijn zoon zit klem tussen wasmiddel en pakjes Wicky. Het zweet breekt me uit.
En dan komt ze hoor: “Is dit van u?” Ik kijk onhandig op, omdat ik net weer van alles uit de kar aan het graaien ben. “Uh…ja? Ja, hoezo?” En haal een pluk haar voor mijn ogen vandaan. Daar kwam de Gestapo-kassière in haar naar boven, nog nooit was ze zo machtig maar sinds deze maand is ze oppermachtig: “Het kan ook van uw zoon zijn!” Met zo’n blik erbij. Zo hautain!
Ik stotter en lach nerveus. Zij beschouwt dat als schuldig. “Mij..Mijn zoon?, ben je wel lekker?” “Ja, van uw zoon. Ik kan niet weten of deze fles wijn voor uzelf of voor uw zoon is. Oh, en u heeft ook bier zie ik?” Ook bier? Wat is dit? Een ondervraging? Hoe oud is ze eigenlijk? 19? 22? Net zonder puistjes. Van binnen kook ik. Ik wil haar achter het plexiglas vandaan trekken. Het beurtbalkje wordt in mijn fantasie een prachtig wapen. Maar ik houd me koest, anders denkt ze misschien dat ik een alcoholverslaafde ben, met mijn alcoholverslaafde zoon. Van 11! Welke dombo heeft hen die instructies gegeven? ‘Als iemand alcohol koopt en heeft zijn kind bij zich, nou … dan weet je het wel hè? Niemand is te vertrouwen!’
Mijn boodschappen vormen een opstopping als aangespoeld wrakhout. Wanneer knapt die zak chips? Voor mijn gevoel kijken alle mensen onze kant op. Heb ik geschreeuwd? Heb ik haar puistenkop genoemd? Of was dat in mijn gedachte? Mijn zoon kijkt me verbaasd aan. Hij denkt vast ook dat ze geschift is. Ik slik een keer. Die trage tut voor me is nog steeds niet opgerot. Schiet toch eens op, mens, ik kan zo niet denken. Gestapo-kassière kijkt me nog steeds doordringend aan. Ze heeft haar armen over elkaar gevouwen.
Ik blaas even uit en dan komt het er heel rustig uit: “Ok, wil je het echt weten? Als je goed heb gekeken, heb je gezien dat er chips ligt, echt mega ongezond, daarnaast hagelslag ook zo slecht voor je, cola, koffie, mayonaise en chocola. Moet je daar niks over zeggen? Om de boel te compenseren heb ik ook appels, bananen, mandarijnen, sperziebonen, flesjes water en yoghurt. Als je een beetje verstand heb, kun je weten dat die wijn niet voor mijn zoon van 11 is. Ziet hij er echt zo slecht uit?” Ze kijkt me stil aan en is niet onder de indruk.
Dan pak ik een tientje uit mijn portemonnee en geeft het aan mijn zoon. Ik fluister iets in zijn oor en hij loopt glimlachend terug de winkel in.
Ik kijk Gestapo-kassière doordringend aan. Met zo’n blik erbij. Hautain! “Ja, je kunt verder gaan, hoor! Zie jij mijn zoon nog ergens?” Dan gaat ze verder en zo snel ik kan prop ik alles in de boodschappentassen. De chipzak is nog heel. Wonderlijk!
De mevrouw na mij hoor ik zeggen: “Heb je alleen dat? Dan mag je wel voor.” Ik hoor een bekende stem ”Dank u wel!” zeggen.
Een hele tray basic energiedrink zet hij op de lopende band. “Dat is dan 8,40 hoor ik haar zeggen.” Ik draai me om en zeg quasi verbaasd tegen mijn zoon: ”Wat heb jij nou gekocht? Dat is het allerslechtste voor je, wat je maar kan verzinnen! Ik kijk Gestapo-kassière heel uit de hoogte aan. Zo van: “Hoe kun je dat nou goedkeuren?” Ik pak het tientje uit zijn hand en stop het theatraal terug in mijn portemonnee. De hele tray energiedrink laat ik staan. Verbouwereerd staart ze naar de 24 blikjes. Ze pakt het op en omdat ze nergens plek heeft om het op zij te zetten, wankelt het kartonnen onderkantje waardoor alle blikjes losraken. De blikjes vinden hun eigen weg over loopband, kassa en haar schoot.
Gniffelend loop ik met de kar richting parkeerdek, terwijl mijn helper met zijn rechterhand een tas draagt. In zijn linkerhand zijn zak chips.

Pfff… wat denkt ze wel niet? Puistenkop!


Geen opmerkingen:

Een reactie posten