woensdag 24 juli 2013

Zwemles


Zwemles

 

Zwemles, wie er is niet groot mee geworden?

Met pijn in de buik van de spanning stond ik in de rij om een plons te maken in het veel te koude bad. Daar kwam ze al met haar angstaanjagende haak: de zwemjuf! Ongelooflijk dat ik het zo lang uitgehouden heb tot zwemvaardigheden en  reddingsbrevetten aan toe.

Onze eigen kinderen hebben al vanaf Teddybeerzwemmen kennis gemaakt met het chloorwater. We zullen de periode van de zwemdiploma’s nooit vergeten:  het ene kind had les van half 5 tot 5 en het andere kind van half 6 tot 6. Daarna gingen wij gemummificeerd naar huis. Krijg er dan nog maar een avondmaaltijd in, maar ach, ze sliepen die avond als een otter. Wij ook trouwens.

Er zijn helaas weer kinderen verdronken deze zomer. De discussie omtrent het schoolzwemmen laait weer eens op. Ik vind dat een rare discussie. Omgekeerd denken. De school is namelijk primair een onderwijs instelling. Er is geen zwembad in de school en dus moest je er met de bus dan wel lopend naar toe met je klas. Sommigen scholen regelden ouders met auto’s. Hoe dan ook, je was een halve dag kwijt en dat ging ten koste van kostbare onderwijstijd. En stel dat je ’s ochtends met je groep naar zwemles moest, dan waren ze de rest van de dag zo duf als een konijn en krijg ze dan maar eens met rooddoorlopen ogen van het chloor aan het rekenen.

Wat had er moeten gebeuren toen het schoolzwemmen werd afgeschaft? Ouders actief benaderen en bestoken met folders en van mij part postbus 51 filmpjes over zwemles. Zwemles hoort bij de opvoeding net als zonder zijwieltjes leren fietsen. Het is niet altijd makkelijk te regelen met onregelmatige werktijden, als eenoudergezin of met een krap budget, maar ja, met inventief zijn krijg je een hoop voor elkaar. Desnoods iets regelen met andere ouders, buren of grootouders. Of als naschoolse regeling tussen school, bso en zwembad (of andere hobby/sportclub) ”U kunt uw kind om half 6 ophalen in de Dolfijn en anders op de bso.”

De neef van het gister verdronken jochie voelt zich niet verantwoordelijk voor het feit dat zijn neefje is verdronken… Hoe triest… Daarop is maar een antwoord te geven: Je voelt je misschien niet verantwoordelijk, maar je bent het wel!    Niet alleen kinderen moeten leren zwemmen, maar de ouders, begeleiders en andere verantwoordelijken moeten weten hoe ze kinderen moeten begeleiden in het water. Want als het allemaal goed gaat, hoef je ze niet te redden!

 

dinsdag 23 juli 2013

Zomerperikelen 3. Ongedierte


Zomerperikelen

3. Ongedierte

Ik wil een miereneter! Een hele grote met een grijs bruine stugge vacht  die met zijn lange dunne tong van ongeveer twee meter ons bevrijdt van de mierenkolonie.

Vandaag was de dag waarbij ze in grote getallen uitvlogen: de bruidsvlucht! Ze hadden zich getransformeerd van kleine vervelende kruipers tot grote nog vervelendere vliegmachines. Een groot leger gepantserde Formicidae kroop tegen de gevel omhoog, als een olievlek breidde het zich uit!

Elk jaar als het rond de 30 graden is, denken ze: ”Kom, laten we uit onze holen vandaan komen en met zijn allen in de tuin van de bovenburen gaan zitten! Parasols en koelboxje mee.” Nou, nee, hoor, van mij mogen jullie fijn beneden blijven!

’s Nachts is het ook al niet te harden! Als je het al bloedheet hebt willen de muggen vampiertje met je spelen! Met wilde armbewegingen wil ik hen duidelijk maken dat ik liever wil slapen! Rot op! Waarom ben ik altijd degene die geprikt wordt?

We hadden vroeger een geel apparaatje meegenomen uit Italië wat je in het stopcontact moest steken. Dat hielp fantastisch! De muggen gingen dood, ja dat klopt, maar het was waarschijnlijk niet voor niks verboden in Nederland!

Als ik de verschillende anti-muggen-tips er op na zoek, moet ik me als volgt beschermen: mezelf bespuiten met muggenspray, biergistpillen slikken, een klamboe, knoflook ophangen in de slaapkamer en/of uien, een citroenplant op het nachtkastje en wierook neerzetten in de slaapkamer. Nou, zal je zet zien… als ik ’s nachts naar de wc moet, zit heel de familie mug me op de wc-bril op te wachten!

Het wordt tijd voor een vleermuis in de badkamer!

maandag 22 juli 2013

Zomerperikelen 2. Haar


Zomerperikelen


2. Haar

Vanaf mijn bovenlip tot mijn grote teen: alles haal ik er af. Je kunt nog wel eens een dagje overslaan en de boel camoufleren met een broek of iets met mouwen. Maar als het bijna klittenband dreigt te worden, moet het er af: haar! Het schijnt cultuur gebonden te zijn en iets van de laatste jaren, maar over het algemeen willen vrouwen in het westen gladde benen.

Ik zat ooit eens aan de kant in het zwembad, mijn kinderen dobberden in het water. Naast mij zaten twee vrouwen in gesprek. Van het gesprek heb ik niets mee gekregen, want ik was zo afgeleid van de hennepkwekerij onder haar armen. Is het de bedoeling om mannen af te schrikken? Of kan haar man zijn shag niet  zelf in zijn boxershort bewaren? Toen ze eenmaal met haar kinderen meeliep naar de duikplank, zag ik ook de bosschage langs haar bikinilijn. Je denkt  waarschijnlijk dat het uitje naar het zwembad een onverwachtse spontane actie was en er geen tijd meer was voor drastische maatregelen. Maar geloof mij maar, de ware reden is dat ze een hele lelijke tatoeage op een ongelukkige plek probeert te verbergen die ze in een dronken bui in Lloret de Mar had laten zetten van een vage Engelse gozer die “Ricky” heette en in haar andere  lies “forever”.  Die “Ricky” zal heel waarschijnlijk inmiddels “Anja forever” op zijn onderbeen door een tribal hebben laten overschilderen.

Bij mannen heb ik overigens niks tegen borst-, rug-, been-, of ander trotshaar. Het smeert alleen zo lastig in met zonnebrandcrème

zaterdag 20 juli 2013

Zomerperikelen 1. Tenen





Zomerperikelen

1. Tenen

Ze komen ineens met bosjes te voorschijn. Meestal in groepjes van twee keer vijf te vinden. Uit de slipper of sandaal naar buiten koekeloerend: de blote teen!

Sommige vrouwen kleuren hun teennageltjes knalrood. Ik kan het niet helpen dat ik altijd even moet denken aan vijf rode vrolijke paddenstoelhoedjes op vijf witgrauwe steeltjes. Wanneer de tenen dezelfde zonnige kleur krijgen als de rest van het gebruinde lijf, past de nagellakkleur er echter bijzonder mooi bij. 

Er zijn ook mensen waarvan hun tenen lijken op stinkzwammen: de nagels slecht verzorgd, viezigheid onder de nagel, tussen de tenen wat gruis (je wilt niet weten waarvan) en vreselijke eeltknobbels. En dat durven ze dan ook nog ongegeneerd in de slipper aan de buitenwereld te tonen!

Er zijn tenen die blij zijn dat ze worden bevrijd, omdat ze het hele jaar in een te benauwde schoen hebben gezeten. Je ziet het aan de stand van de tenen: ze staan wijd uit elkaar en zuigen de frisse lucht van de zomer in. Met de grote teen als aanvoerder van het stel duidelijk prominent aanwezig. Het kleine teentje is echter het hele jaar verwaarloosd en ziet er uit als een knel gezeten saucijsje. Raar bolvormig worstje met aan de bovenkant een aluminium sluitertje wat het nageltje zou moeten voorstellen. De drie andere tenen zitten er als Kwik, Kwek en Kwak voor spek en bonen tussen. Ze hebben geen specifieke functie zoals bij vingers. Heb je weleens gehoord dat iemand het over zijn wijsteen of ringteen heeft?

Ik zag van de week iemand lopen met spierwitte tennissokken in zijn sandalen. Ik dacht dat deze mensen waren uitgestorven, maar nee. De bedoeling ontgaat mij geheel: je hebt sandalen aan omdat het warm is, en wat doen die dikke badstof sokken dan? Ze houden je voeten lekker warm. Misschien absorberen ze  zweet. Ja, maar met die sokken heb je meer last van zweetvoeten, of niet? Of camoufleert hij het feit dat hij inktzwammen heeft of brie kweekt tussen zijn tenen. De spierwitte tennissok is van nu verdacht!
Vraag je je af waarom ik let op andermans tenen? Tsja, dat vraag ik me ook af, maar ja, ik ben nou eenmaal niet zo lang, dus misschien valt het mij sneller op.

Weet je wat kleine mensen ook direct opvalt: neushaar! Daar kijk ik helaas altijd direct in…
En over ‘haar’ gaat mij volgende zomerperikel.

Groetjes van Silvana

zondag 14 juli 2013

Ik beken een (bijna) moord!




Ik beken een (bijna) moord!
 

Ze zeggen wel eens dat iedereen tot moord in staat is. Bijvoorbeeld in het geval van zelfverdediging. Nou, ik heb van de week bijna iemand vermoord.
Denk ik…

Misschien zou ik wegkomen met doodslag, omdat het niet opzettelijk ging.
Het ging als volgt:
Normaal gesproken zou de kat het geluid allang gehoord hebben, ware het niet dat ze alweer een tijdje (zou het bijna een jaar zijn?) naar de dierenhemel is verhuisd. Het plekje rechtsachter in onze tuin, naast de konijn en de goudvis. Het plekje in de tuin waar de bieslook, munt, kamille en basilicum welig groeit.

Ik was in Lorraine’s kamer. We hadden een zomerse plakkerige nacht achter de rug en ik was op weg naar haar raam om het te openen. Ik was niet gefocust op onbekende geluiden. Terwijl ik haar rolgordijn omhoog rolde, had ik nog niets in de gaten.
Op de onderkant van Lorraine’s raam hebben we ooit een strook folie geplakt, zodat ze geen inkijk heeft van buiten. Ik rolde het gordijn onwetend omhoog…

Ik schrok me wezenloos, terwijl die twee ogen me aanstaarde! Een gil kwam uit mijn diepste binnenste naar buiten! “Ahhh!!!” Twee ogen paste precies tussen het strook folie en het gordijn, waarvan ik het kettinkje acuut losliet. Twee grote ogen, met wijde pupillen. “Ahhh!!!”, zei de mond behorende bij die twee grote verschrikte ogen. Om de opengesperde mond, zat een lichtgrijze vijfdagenbaard.
Nieuwsgierigheid overwon mijn angst en ik trok het rolgordijn met een ruk omhoog! Acht witte knokkels hielden stevig de ladder vast, opdat hij niet naar achter zou vallen van schrik. Hij moest even extra ademhalen. Ik slikte. Bijna was hij achterover in onze nieuw aangelegde tuin beland!

“Jezus, man, je was toch pas geweest!”, riep ik een beetje boos naar de glazenwasser. Half stotterend zei hij dat het vast alweer een maand of zo geleden was. Van de zenuwen moeten we beiden lachen, maar de glazenwasser lachte als een boer met kiespijn.
Bijna achterover… bijna met zijn grijze kop op onze nieuwe terras…
in de buurt van onze dierenhemel.