dinsdag 22 april 2014

Treinreisje



Treinreisje

Onwennig sta ik op het station. Altijd bang dat ik de verkeerde trein neem… Waarom ben ik daar bang voor? Waar kan je in hemelsnaam terechtkomen? Aan de andere kant van Nederland… dat is ook toevallig… daar ga ik precies naar toe!
De eerste overstap gaat goed. Wat een druk station is dit! Ik heb het gevoel alsof ik tegen de stroom inloop. Je kunt aan hun tred zien dat ze deze route elke dag lopen. Misschien kunnen ze ook wel aan mij zien dat ik hier niet hoor.
“Dames en heren, deze trein vertrekt naar Utrecht Centraal en…” Ze steekt haar riedeltje af waar niemand naar luistert behalve ik. De rest weet namelijk al wat ze zegt en hoeft ook niet te luisteren, omdat ze precies weten wanneer ze eruit moeten. Als vanzelf veren ze op, geen omroeppraatje nodig.                                                                                                                                              
We horen na het praatje nog wat geritsel van papier en gekraak, sleutels worden op de tafel gelegd. “Wat zeg je Wim? Ik kan je niet verstaan.”  ‘Dat je intercom nog aanstaat.’  “Oh…”   Het gekraak is in één klap weg. Ik ben de enige die moet grinniken.

“Dit station is het eindstation. Vergeet u bij het uitstappen uw bagage niet mee te nemen?”      
Bagage? Ik zag ooit op tv een item waarin ze lieten zien wat er in treinen werd achtergelaten. Nou, dat was van alles behalve bagage kan ik je wel vertellen. 
“Vergeet u bij het uitstappen uw kunstbeen niet mee te nemen? 
Vergeet u bij het uitstappen uw laptop vol met bedrijfsgegevens niet mee te nemen?” 
Ik zou het wel weten als omroeper in de trein: elke dag een ander praatje.

Vanaf het perron ben ik in een mum bij het congresgebouw. Eindelijk een wc… 
Als ik uit de wc kom, zie ik drie lange rijen staan. Ik sluit aan bij A t/m I. Wanneer ik aan de beurt ben, geef ik mijn naam op. Ze kan me niet vinden… Ik laat haar mijn uitdraai zien. Ze kijkt me moeilijk aan. “Bent u wel ingeschreven voor het depressiecongres?”      
 ‘Ahum…’al mompelend draai ik me op mijn hakken om en sluit aan bij een andere balie.

Een dag vol inspiratie: it takes a village to raise a child, communityschool, gezamenlijke visie, financiën, kansen, bedreigingen, interne standpunt bepaling, doelen, visie, samenwerkingsverbanden, passend onderwijs, in element met je talent, energie… 
De kraampjes in de foyer verraden gelukkig waar het echt omdraait: het kind! 
Speelgoed, meubels en boeken voor de heb. Ik koop cd'tjes, een spel, een prentenboek en krijg een poster cadeau. 
Halverwege de middag kak ik in… energie? Ik wil per se wachten op de laatste sessie. Gelukkig is die interessant!
Tegen vijf uur kom ik aan bij het station. Alle borden staan op zwart! 
Heel het perron vol met paniekerige mensen. Paniekerige mensen aan hun telefoon! Gestrand!   
Ik krijg trek en pak mijn sultana’s, de Snelle Jelle bewaar ik maar want voor hetzelfde geld zit ik hier de hele avond! Ik heb nog driekwart water en bewaar de helft voor later. 
De conducteur die langsloopt wordt besprongen door de menigte met vragen. Zwetend loopt hij door. Wat ruikt het perron eigenlijk ranzig! Mengsel van chips, appel en oude kaas. Maar het meeste ruik ik zweet… angstzweet! Hoe lang moeten we hier nog blijven? Sommigen praten hun zenuwen van zich af, anderen staan zwijgend stokstijf stil. Een enkeling loopt ijsberend het perron heen en weer op zoek naar de trein.
Na 35 minuten komt er een trein aan. Alsof het de laatste trein der beschaving is dringt iedereen zich naar de rand. 
Ik neem plaats naast man met laptop. Glurend zie ik 76.534 euro en iets van 63.957 euro en een heleboel moeilijke woorden. Zie je wel... bedrijfsgegevens! Hij kijkt me boos aan, maar ik gluur heus niet expres. Als ik mijn hoofd kon draaien deed ik het, maar er hangt een rugzak tegen de zijkant van mij hoofd aan. De trein is namelijk zo vol, dat er allemaal mensen in de trein staan. 

Ik wou dat ik een kunstbeen had... 
dan liet ik hem achter in de trein…                                                                                                   
naast man met laptop.

Het overstappen gaat redelijk. Om de laatste naar Rotterdam te halen bots ik tegen de conducteur. Ik glimlach op mijn allerliefst “sorry”. Hij glimlacht terug “sorry terug” Hij mist een tand.                        Ik begeef me naar binnen wat nog niet zo gemakkelijk is omdat een mevrouw met haar hulp-labrador in het gangpad ligt. Ik blijk in de eerste klasse te zijn ingestapt! Deze trein bestaat uit meerdere eerste klassen en ik loop net zo lang door tot ik de tweede heb gevonden. Ik heb het gevoel alsof ik van Utrecht naar Rotterdam loop. 
Inmiddels is mijn telefoon leeg. In geval van nood kan ik hooguit een mail naar mijn geliefden sturen met mijn tablet. De laatste tip die ik kreeg van iemand voordat mijn telefoon uitviel was: ’Zorg dat je enkele telefoonnummers uit je hoofd weet, voordat je telefoon uitvalt.’ Ok… en wat moet ik daarmee als mijn mobieltje leeg is? Bij een stationsduif in zijn oor fluisteren?

“Attentie, attentie, vanaf vrijdagavond geldt de Oranjedienstregeling. Dat betekent dat treinen naar andere bestemmingen kunnen gaan, op andere tijden en van andere perrons kunnen vertrekken.”
Hoe vet is dat?
Dat je niet weet hoe laat je vertrekt, niet weet waar je vandaan komt en niet weet waarheen je gaat. Ik zeg: ”doen!” Wie weet hoe leuk je dag wordt? Wat is het ergst dat je kan gebeuren? Dat je terechtkomt aan de andere kant van het land?