zondag 6 april 2014

Krokusbolletje, kom eens uit je holletje!







“Krokusbolletje, kom eens uit je holletje!”

“Krokusbolletje, kom eens uit je holletje! Met  je bloempjes blauw en geel, op je groene steel!” zingen de kinderen in koor. De onderwijsassistente is met een schraper de witte verf van de sneeuwpoppen van het raam aan het halen. Ze neuriet en wiegt mee op de maat. Onder het raam staan de narcissen verwaand rechtop. De zon schijnt laag door het raam, ze zit er precies middenin te turen. Ze moet zo even pauze houden, voordat ze er hoofdpijn van krijgt. De warmste januari ooit gemeten. Daar gaat je kalender, niks is meer logisch. Van de herfst direct naar de lente, er is geen winter aan te pas gekomen. 

“Gaat het nog wel sneeuwen, juf?”
”Dat weet ik niet. Het is erg  warm voor de tijd van het jaar. In Amerika daar sneeuwt het wel. Heel erg zelfs. Zo erg dat de mensen opgesloten zitten in hun huizen.”
”Gaaf!” “Vet.” “Cool.” Klinkt het stoer. “Nou, cool, ja dat is het wel”, grapt ze. “Zo gaaf is dat niet hoor.” Maar ach, weten zij veel. Ze denken alleen maar aan sneeuwpret, sneeuwballen gooien en daarna hun tintelende vingers warmen een beker warme chocomelk. Dat de winkels en scholen in Amerika nu onbereikbaar zijn, dat boeit hen niet.

Tijdens het buitenspelen komt Julian met een bezweet hoofd en zijn jas open bij de juf. “Mag ik mijn jas uit?”, vraagt hij. “Nee, Julian, het is januari.” “Maar het is warm…” “Ja, dat zie ik, dat je het warm hebt. Je bent ook zo aan het rennen. Nee, je moet je jas aanhouden, anders vat je kou.” Julian druipt af. 
Terwijl hij wegloopt kijkt hij in de schuur met fietsjes, springtouwen, hoepels en ander buitenmateriaal. Hij staat even stil om een blik te werpen op het houten ding achterin: de slee.
De houten slee waarop ze vorig jaar om deze tijd hebben gezeten en verschrikkelijk gelachen hebben toen de juf hen rondtrok over het plein. De slee staat te popelen om mee naar buiten te mogen gaan. 
Eens per jaar mag hij naar buiten, maar helaas zal hij nu een jaartje moeten overslaan. 
Dit jaar wordt er niet getrokken en gelachen om de kinderen die van de slee zijn gegleden. Dit jaar geen tintelende vingers en gaan we niet zoeken naar een linkerhandschoen onder de kapstok.

Krokusbolletje kom eens uit je holletje… pfff!

Beren op de weg!


Beren op de weg!
 


Het sloeg in als een bom! Een  sms-bom wel te verstaan. Ook bij mij kwam hij binnen! Donderdagavond, via, via.
Het bleek te gaan om een kinderlokker, vlakbij onze school nota bene! Die avond kon ik niet voorspellen wat ons de volgende ochtend te wachten zou staan.

Hordes overbezorgde ouders kwamen hun kind naar school brengen met allerlei sensationele verhalen, de een nog indrukwekkender dan de ander. De kleine kinderen stonden erbij en ze keken er naar. Dit was nog maar het begin van wat een hele rommelige dag ging worden.                                                 Bezorgde telefoontjes van ouders die wilden weten of hun kind wel op school was aangekomen en of we dat even wilden checken. Andere ouders belden om de haverklap om te controleren of we wel op de deuren letten en of we wel op het schoolplein bij het hek stonden te posten uitkijkend naar ‘enge mannen’. Er waren zelf ouders die hun kinderen thuis hielden. Toen was de maat vol!
Bij navraag bij de politie bleek er niets bekend te zijn van een kinderlokker, niet vlakbij de school, zelfs niet in de hele stad.

Aan de eind van de dag werd het plaatje wat duidelijker: er bleken twee sms-bommen te circuleren.                                                                               Een kind die uit zijn buggy klom werd door tante achterna gerend. Je weet hoe peuters lachend  “Nee, nee, nee!” kunnen roepen. Maar als je in een voorbij rijdende tram zit, zie je misschien alleen een persoon die een wegrennend kind pakt?                                                                                                         Een verdwaald kind die terugliep naar de ingang van de school om zijn moeder te zoeken, werd aangesproken door een voorbijganger. “Ben je je mama kwijt?”. Deze man bedenkt zich de volgende keer wel twee keer voordat hij een huilend kindje benadert, aangezien hij hysterisch werd bejegend door de moeder van het jongetje. Eerlijkheid gebied me te vermelden dat de etniciteit van de man hierin ook een rol speelde. Al deze verhalen door elkaar werd een soep van hysterie en overbezorgdheid.
Beste ouders,                                                                                              De kans dat je onderweg naar school een aanrijding krijgt is vele malen groter dan de kans dat je kind onderweg naar school een “enge man” tegenkomt. Laten we het alsjeblieft in perspectief zien en realistisch blijven! Hoax-berichten zijn niet bestemd om met je kind te bespreken. We hebben met elkaar de taak om te zorgen voor een veilige leef- en leeromgeving voor onze kinderen. Paniek helpt hier niet bij.



http://www.omroepwest.nl/nieuws/14-03-2014/paniek-westland-na-verwarring-over-ontvoeringszaak