woensdag 10 april 2013

De kleuter als kind van de rekening






De kleuter als kind van de rekening

De Nederlandse kinderen zijn het gelukkigst in de wereld, volgens de onderzoekers. In de 29 meest ontwikkelde landen deed Unicef onderzoek naar materiële rijkdom, gezondheid en veiligheid, onderwijs, gedrag en huisvesting. Volgens Unicef gaf liefst 95 procent van de Nederlandse kinderen zelf aan ook tevreden te zijn over hun leven.
Frappant dat dit nieuwsbericht op hetzelfde moment naar buiten kwam, als het zwartboek over het kleuteronderwijs. Het kleuteronderwijs hoort als sinds 1986 bij de basisschool, maar de eisen die aan de kleuter worden gesteld worden steeds zwaarder en zwaarder. Menig kleuterjuf is al afgehaakt. En dan hebben we het nog niet eens over de kleuters die zijn afgehaakt.
Waar denk je aan als je aan een kleutergroep denkt? De zandbak, kleitafel, wascokrijt, poppenhoek, puzzels en verfbord. Natuurlijk nog veel meer zaken om de wereld om je heen te ontdekken en te kunnen exploreren. De kleuters die ‘grote mensen’ nabootsen met veel te hoge hakken, een jas en een hoed. Heerlijk fantasiespel met het gebruik van taal. Koken van ‘heerlijkheden’ als een appel met een ei, een banaan en een snee brood in één pan. Zittend op een veel te klein stoeltje, vraag ik: “Ik zie een appel, een ei, een banaan in de pan, hmmm, hoe zal dat smaken?” Nog net geen beledigd gezichtje kijkt me aan: “Nou, gewoon, lekker natuurlijk!”
Natuurlijk! In de wereld van het jonge kind combineer je gewoon alles wat je lust. Wat kan daar nou mis mee zijn?

In de loop der jaren moest het allemaal steeds betekenisvoller. Er kwamen tussendoelen, einddoelen, SLO-doelen en de CITO. Ontluikende geletterheid en ontluikende gecijferdheid. De kleuter moet het liefst aan het eind aan álle eisen voldoen inclusief de pengreep én stilzitten in groep 3. En dan heeft de inspectie (of het ministerie?) ook nog de 1 oktober regeling opgeschoven naar 31 december. Dat betekent voor de kleuter van november flink doorwerken. Hup, hup, weet je die 15 letters nou nog steeds niet? Met je vijfde mag je naar groep 3…
Ik hoor het de kleuterjuf van mijn zoon nog zeggen: ”Zijn fijne motoriek is nog niet goed, misschien kun je thuis even oefenen? Met prikken bijvoorbeeld?” Ik dacht dat ik acuut Gilles de la Tourette kreeg, maar ik hield me nog net in. Laten we iets gaan trainen waar hij moeite mee heeft, ja dat is lekker kindvriendelijk. Niks mis met stimuleren, maar dat is iets anders dan intrainen. “We doen veel met Lego en K’nex”, zei ik terwijl ik een braakbal weg slikte, “en dat stimuleert de fijne motoriek ook.” Ik zag haar denken: ’Dat zijn de ergste, moeders die ook juf zijn… denken dat ze het beter weten.’

De kleuterleerkrachten houden mappen vol lijsten bij van wat een kind kan, waar het ‘aan moet werken’ en dat noemen we een leerlingvolgsysteem. Het leerlingvolgsysteem… als je het woord analyseert betekent dat toch de leerling vólgen? Geen leerlingpushsysteem?          

Het is niet zo vreemd als het kind aan het begin van groep 3 het even niet meer weet. De klas ziet er sowieso anders uit. Als die tafels en stoelen staan zo raar. En waar is de blokkenhoek gebleven?
Voor kinderen die een normale ontwikkeling doormaken kan de overgang al best pittig zijn, maar voor de kinderen die ‘net aan’ over zijn gegaan kan de overgang een ware shock zijn!
Trainen voor groep 3 heeft geen zin.
Want nu komen de leerkrachten van groep 3 achter de hiaten.
“Huh?”, zegt de kleuterjuf, “Aan het eind van groep 2 wist hij alles hoor!
Analyse, synthese, rijmen. Ik had niet eens een twijfel over de overgang. Echt waar.”
“Nou, zegt de leerkracht van groep 3,”Hij zit in groep 3 alsof hij water ziet branden. Hij kan niet stilzitten en weet de eerste letter van zijn naam nog niet eens.”

Is het misschien een beetje als met je eindexamen geschiedenis?
Je hebt er alles ingestampt voor je examen, tijdens het examen heb je geknald en slaak je een zucht van ‘poe dat heb ik gehad’. Examen gehaald, een flinke vakantie gevierd en hup naar je nieuwe opleiding.
Als je nu dat examen weer voor je neus krijgt, breekt het zweet je uit. ‘Wat? Ik zie dit voor het eerst hoor. Serieus? Heb ik daar een zeven voor gehaald. Nou, ik weet niet hoe ik het gehaald heb, maar goed, ik zit hier nu, dus het zal wel kloppen.’

Ik hou nog steeds vast aan de regel: ”bij twijfel niet doen!” Bij twijfel de kleuter niet naar groep 3 laten gaan. Lekker laten kleuteren en sterker naar groep 3 laten gaan. Spelen is namelijk ook leren!