donderdag 9 mei 2013

Dag krijtbord!


Dag krijtbord!

Ik hoor het me regelmatig zeggen tegen nieuwe leerkrachten: ”Toen ik nog voor de klas stond…”. Nog voordat ik mijn zin heb uitgesproken kan ik aan hun gezicht al zien of ze nieuwsgierig en afwachtend (grote ogen en beleefde glimlach) of verveeld en ongeïnteresseerd (lippen tot streepjes, ogen dwalen af) zijn. Je kunt bij de laatste categorie hun gedachten al bijna lezen: ”Laat, maar…”

Toen ik nog leerkracht was (trouwens nog niet eens zo heel lang geleden, maar wel voor het digibord-tijdperk) schreef ik na schooltijd (dus na half 4, hè? En niet na drie uur (voor het continurooster-tijdperk)), mijn hele krijtbord vol voor de volgende dag. Vaste plekken voor rekenen en taal, in duidelijke kleurtjes en kaders. En de schrijfles op de achterkant, want daar zaten lijntjes op.
Tegenwoordig gebeurt alles via het digibord. Geweldig natuurlijk! Heb je een plaatje nodig van een das (niet een sjaal maar het dier) ‘klikkerdeklik’ en daar komt hij te voorschijn gescharreld uit de bosjes. Het geluid van een klapperende ooievaar vind je op een filmpje van You Tube. De natuur haal je in de klas. Ik keek vroeger “Huisje Boompje Beestje”, maar nu kijk je ‘on demand’. Er wordt ter plekke in gegaan op de visuele behoefte. Hebben we het over een museum, dan krijg je een virtuele tour. Doen we eens per jaar een fysiek uitstapje naar het plaatselijk museum, virtueel komen de kinderen misschien wel in twaalf musea per jaar en dat zónder museumjaarkaart! “Is de Nachtwacht erg groot, juf?”  “Nou, ongeveer zo groot als dit lokaal. Je zou er met je ouders eens heen moeten gaan als je in Amsterdam bent.”
Grote paniek als het bord storing heeft! Alsof je dan ineens niet meer kunt lesgeven? De zelfverzekerde houding van de leerkracht verandert in een stotterende beginneling: “Wijs aan… in je boek: … … ” Kinderen zijn gewend om alles op het bord geprojecteerd te krijgen. “Uh? Waar, precies, juf?”  Iedereen lijkt een beetje de weg kwijt. “Nee, deze bladzijde!” En we zien de leerkracht al corrigerend door de klas lopen. Het hoofd steeds roder wordend en haar stem steeds ongeduldiger! “Juf!” ”Juf?” “Waar zijn we juf?” O, jee, ze zijn echt een beetje verdwaald, lijkt het…
Zal ik jullie een geheimpje vertellen? Dat doen we stiekem hoor, zo’n storing. Ja, echt! Het is een test! Om te kijken hoe je leerkrachtvaardigheden zijn! Sorry…
Uit onderzoek (Tivnan, Hemphill, & Ivins, 2002) is gebleken dat de leerkracht het allerbelangrijkste is in de informatieoverdracht naar de leerlingen toe en dus niet de rest eromheen, zoals methodes.
Laat maar eens even zien hoe je dan het woord ’das’ uitlegd.
 
Grapje!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten