Amber alert!
De politie gaat alle leerlingen op basisscholen, hun
ouders en leraren inschakelen bij het politiealarm Amber Alert. Scholen krijgen
lesmateriaal om kinderen te leren hoe ze kunnen voorkomen dat zij zelf
zoekraken, door hen onder meer bij te brengen goede afspraken te maken met hun
ouders.
Er zijn kinderen die jou nooit uit het oog verliezen,
maar er zijn kinderen die de wereld op hun eigen manier willen ontdekken. Wij
hebben van elk één exemplaar.
Er schieten mij allerlei voorvallen te binnen die wij
mee gemaakt hebben met onze zoon. Hij liep gewoon zijn eigen route, hij trok
letterlijk zijn eigen plan! Wilde wij via de zeeleeuwen richting de
giraffen… nee, hoor! … Hij liep naar de
olifanten! Gingen we met de hele familie van het strand af. Merk je ineens
terwijl je de strandtas, luchtbedden, emmers en schepjes en strandstoelen bij
de auto neerzet, dat je je zoon mist! Tsja, hij was weer teruggelopen, want hij
kon zijn zandkasteel natuurlijk niet achterlaten. Of die keer in het pretpark, waarbij
hij bij een megaglijbaan met meerdere uitgangen (de uitvinder van dit gedrocht
had waarschijnlijk geen kinderen) hij natuurlijk precies uit een glijbaan kwam
glijden waar geen van ons zicht op had. In blinde paniek rende hij alle kanten
op op zoek naar mama. Brullend vond ik hem in de armen van een parkmedewerkster
(“Hoe heet je?” “WÁÁÁÁÁ!!!!!!”) En, o, ja die keer in een zwembad van een
camping, waarbij we terug naar de caravan gingen, omdat het nu toch écht
etenstijd was. We hebben de halve camping afgezocht naar een klein blond
jongetje in een zwembroek. Geen idee hoe die opblaasbandjes heetten in het
Duits… In paniek bazelend: “Eine kleine jungen miet oranje balloenen…” wijzend
op mijn bovenarmen. Ze dachten waarschijnlijk dat ik knettergek was! En daar
stond onze ontdekkingsreiziger: helemaal bovenaan de allerhoogste glijbaan van
het zwembad, met om zijn bovenarmen zijn oranje opblaasbandjes! En natuurlijk al
die keren dat hij boos de deur uitliep
(weet niet meer waarom), de ene keer vond ik hem zittend op de afvalcontainer
aan het einde van de straat en een andere keer op zijn hurken in de stromende
regen…: ”Hé, mama, ik heb slakkie gevonden, mag ie mee naar huis?” “Tuurlijk,
jongen, ben je niet meer boos?” “Boos?”
En al die keren dat hij kwijt was, wordt je acuut
krankzinnig, je hart pompt al een gek, je wenst dat je radarogen hebt, je kunt
niet meer rationeel denken en het enige wat je wilt is hem weer in je armen
houden. En de grote vraag die er door je hoofd gonst is: “Wát had ie aan ??”
Jezus, wat had ie aan? Welk t-shirt? Doordat je krankzinnig aan het worden
bent, kóm je gewoon niet op dat t-shirt wat je hem die ochtend hebt aan gedaan.
Hoe kan dat nou? Denk ná! Denk ná! Roep je hardop tegen jezelf. O, ja, een
groen t-shirt! Nou, weet ik het weer! Toch? Dat groene t-shirt met die slang
erop. Toen ik hem weer in mijn armen sloot, fluisterde ik tegen mezelf: lichte
blauwe polo! die groene had hij gisteren aan… stom!
Net als heel veel betrokken Nederlanders volg ik de
vermissing van de broertjes dagelijks op de voet. Is er al nieuws? Zijn er
inmiddels andere tips binnen gekomen, waarmee de zoekplek duidelijker wordt? Je
wilt niet aan zo’n gruwelijke scenario denken…
Vandaag kwamen er zaken in de pers waarvan ik echt
dacht: ”Hé, dít hoeven wij toch niet te weten?” Onderdelen uit het rapport van
Jeugdzorg over de thuissituatie gaan ons niet aan! Dat politie informatie naar
buiten brengt over kleding (welk t-shirt?), de auto en mogelijke route zijn
nuttig omdat ze de vindplek kunnen vergroten en belangrijk zijn om de zaak
(hopelijk) op te kunnen lossen. Maar wij hoeven niet te weten waarom de ouders
uit elkaar gegaan zijn, wat er zich wellicht thuis heeft afgespeeld en waarom
een “onder toezichtstelling” zou worden ingesteld. Dit gaat ons niet aan! Sterker
nog: het is ongepast! De vader in deze zaak heeft ook ouders en familie en die
zien en horen nu allerlei privégegevens over hun zoon, broer of neef in de
pers. De vader in deze zaak is overleden en kan zich in deze zaak niet meer
verweren. De kinderen die vermist zijn hebben leerkrachten en klasgenootjes die
deze informatie ook helemáál niet willen hóren. Beperk de informatie in deze
zaak tot hetgeen wat nut heeft om de mannetjes te vinden. In godsnaam!