‘Knibbel,
knabbel, knuisje.’
Het
is herfst en binnenkort Halloween. Je ziet hier en daar paddenstoelen naar
boven komen, de pompoenen een plekje krijgen en heksen uit hun hol te
voorschijn komen.
Ik
heb iets met heksen. Altijd al gehad. Ik kreeg door allerlei trieste
geschiedenisverhalen medelijden met ten onrechte veroordeelde heksen. Misschien
ben ik in een vorig leven een heks geweest? Ben ik veroordeeld door middel van
de waterproef wellicht? Ik heb altijd al een verklaring gezocht voor het feit
dat ik nooit zo lang onder water wilde blijven tijdens zwemles. En een fikse
brand: echt doodeng!
Ik
was erg geïnteresseerd in heksen, op een of andere manier vond ik ze niet eens echt
eng. Vreselijk boeiend vond ik sprookjesverhalen juist. De heks van Sneeuwwitje,
Doornroosje, Eucalipta, Madame Mikmak: hoe gestoorder, hoe leuker! Ik spaarde
alle verhalen en alle heksjes die ik kon vinden kregen een plekje in huis. Als
Johova getuigen aan de deur dreigden te komen, liepen ze snel onze deur voorbij
alsof er een slechte kracht van ons huis afkwam (zwarte magie?).
Als
ik in de natuur loop, valt mij een paddenstoel op die een ander nog niet heeft
ontdekt en zoek de kaboutertjes. Silvana betekent dan ook vrouw van het woud,
dat kan geen toeval zijn. Ik praat zelfs met mijn zwarte katten.
Halloween!
Zet mij op een zaterdag in oktober in een tuinwinkel en laat me de hele dag
maar heks spelen. ‘Knibbel knabbel, knuisje, kom in mijn tuinhuisje!’, ‘Knibbel, knabbel, knuisje, loopt daar nou een
muisje?’, ‘Knibbel, knabbel, klantje, koopt u volgende week weer een plantje?’
Heerlijk,
lijkt me dat!
Leuk
bijbaantje!